En we zijn vertrokken ...

Sommige leerlingen verkiezen om te observeren. Andere vertonen een combinatie van actief experimenteren en concreet ervaren. Bepaalde kinderen leren eerder ongericht en willen graag samenwerken met medeleerlingen. Binnen hoekenwerk kan een kind sterker werken vanuit de eigen leerstijl, die stijl aanscherpen en optimaliseren.

Niet enkel in hoekenwerk, maar zeker ook in hoekenaanpak, is het van belang dat kinderen zich niet zomaar op een taak storten, maar zich eerst oriënteren op de taak. Ze moeten dus plannen, vooraleer te handelen. De opmaak van de opdrachtkaarten is sterk schematisch en helpt de kinderen om hun werk stap voor stap aan te pakken.     Het eerste vak van de opdrachtkaarten vertelt de kinderen steeds wat ze moeten doen. Dan krijgen ze informatie over het materiaal (dat ze eerst moeten controleren) en de werkwijze. Daarna mogen ze aan hun taak beginnen. Na afloop van de activiteit moeten de kinderen reflecteren over hun werk. Ze verbeteren zowel hun eigen antwoorden als die van medeleerlingen, waardoor ze een volgende opdracht beter kunnen aanpakken.   Leerlingen nemen het leerproces in eigen handen. Wanneer ze niet verder geraken is er in de hoeken vaak het vangnet van de hulpkaart (= extra informatiebron) voorzien. Lukt het daarmee nog niet, dan kunnen ze beslissen een beroep te doen op juf of meester. Zo houden ze het leren wel in eigen handen. Dankzij hoekenwerk zullen de kinderen sterker verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leren. Ze zullen leren geduld oefenen, taken verzorgen en respect tonen voor andermans werk     Leerlingen zijn immers verplicht om elkaars daden te becommentariëren. Daarbovenop leren ze waardering opbrengen voor het werk van de andere leerlingen.